PISA in de kijker: Steeds meer 15-jarigen halen het basisniveau voor wiskunde, lezen en wetenschappen niet
Hoeveel leerlingen in het secundair onderwijs in Vlaanderen halen het basisniveau voor wiskunde, lezen en wetenschappen? En wat is het profiel van leerlingen die niet over deze lat geraken? De PISA-resultaten helpen ons deze vragen te beantwoorden.
Eerst en vooral: wat is het basisniveau? Het PISA-onderzoek stelt een bepaalde score gelijk met het basisniveau, het niveau op het vlak van lezen, wiskunde en wetenschappen dat leerlingen volgens PISA minimaal moeten halen om volwaardig te kunnen participeren in onze samenleving. Leerlingen die dat niveau niet halen worden ‘laagpresteerders’ genoemd. De laatste PISA-testafname in 2022 leert ons dat zowel voor wiskunde, lezen als wetenschappen meer dan een vijfde van de bevraagde 15-jarigen in Vlaanderen het basisniveau niet haalt. Voor wiskunde bedraagt het aandeel laagpresteerders 22,4%, voor lezen gaat het om 23,9% en voor wetenschappen om 20,9%. 13,8% van de deelnemende 15-jarige leerlingen in Vlaanderen haalt voor elk van de drie domeinen de minimumlat niet. Gemiddeld overheen de OESO-landen liggen deze percentages nog enkele procentpunten hoger. Vlaanderen heeft dus zeker geen uitzonderlijk hoog aantal laagpresteerders.
Een interessante vraag hierbij is hoe deze percentages evolueren. Zijn er nu meer of minder leerlingen die het basisniveau niet halen dan vroeger? Zowel in Vlaanderen als in de meeste OESO-landen groeit zowel voor wiskunde, lezen als wetenschappen de groep leerlingen die het basisniveau niet haalt ten opzichte van eerdere testafnames. Steeds meer leerlingen ontbreken basisvaardigheden om te kunnen functioneren in onze samenleving. Voor wiskunde is de groep laagpresteerders in Vlaanderen zelfs verdubbeld ten opzichte van 2003. Deze verontrustende evolutie zien we niet alleen in Vlaanderen, maar ook in de meeste OESO-landen.

Wie zijn dan de leerlingen die de minimumlat niet halen? De tabel hiernaast toont de achtergrondkenmerken van de groep laagpresteerders voor wiskunde in PISA2022 én de groep 15-jarigen die deelnam aan het PISA2022-onderzoek. Vooral BSO-leerlingen, leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen die thuis meestal een andere taal dan het Nederlands spreken zijn oververtegenwoordigd in de groep laagpresteerders. Ruim de helft van de groep leerlingen die het basisniveau niet haalt, volgt les in het BSO, terwijl slechts één vijfde van de 15-jarigen die deelnam aan het PISA-onderzoek les volgt in het BSO. Ook het aandeel leerlingen met een migratieachtergrond of leerlingen met een andere thuistaal dan het Nederlands in de groep laagpresteerders is groter dan je op basis van hun algemene vertegenwoordiging in de groep deelnemende leerlingen zou verwachten. Iets meer dan een vijfde van de deelnemende leerlingen spreekt bijvoorbeeld thuis meestal een andere taal dan het Nederlands, terwijl bijna 40% van de leerlingen die het basisniveau niet halen een andere thuistaal heeft. Desalniettemin heeft de meerderheid van de leerlingen die niet over de minimumlat raken geen migratieachtergrond en spreekt de meerderheid van de laagpresteerders thuis meestal Nederlands. Ten slotte halen ongeveer evenveel jongens als meisjes de minimumlat niet. Het beeld voor lezen en wetenschappen is gelijkaardig.
Samengevat: meer en meer 15-jarige leerlingen, zowel in Vlaanderen als in de meeste OESO-landen, halen het basisniveau voor wiskunde, lezen en wetenschappen niet. Deze trend is zorgwekkend, aangezien deze leerlingen niet beschikken over de vaardigheden om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. De groep laagpresteerders in Vlaanderen bestaat vooral uit BSO-leerlingen en Nederlandstalige leerlingen zonder migratieachtergrond, ondanks de oververtegenwoordiging van leerlingen met een migratieachtergrond en leerlingen die thuis meestal een andere taal spreken. Meer lezen? Raadpleeg het rapport van PISA2022 (www.pisa.ugent.be/uploads/images/Vlaams-Rapport-2022.pdf).