Hoe meet PISA?

Shutterstock 111588482 2

De cognitieve domeinen worden bevraagd in een testsessie tijdens de schooluren. Sinds 2015 wordt deze test digitaal afgenomen in de meeste landen. Scholen kiezen zelf hun testdag binnen een testperiode van zes weken die per land vastgelegd wordt. De testafname wordt begeleid door iemand van de school of door een externe testleider van het Nationaal Project Centrum. Alle testleiders krijgen vooraf een training om de kwaliteit van de testafnames te garanderen.

De test duurt in totaal twee uur. Er zijn verschillende testversies, maar elke leerling wordt getest op twee cognitieve domeinen, die elk één uur van de tijd in beslag nemen. Dit kan gaan om tweemaal een kerndomein (wiskunde, lezen of wetenschappen), maar ook om een kerndomein en een bijkomend domein. De vragen voor elk domein beschrijven verschillende levensechte situaties waarbij per gegeven situatie een aantal verschillende vragen gesteld worden. Deze vragen kunnen zowel meerkeuzevragen als open vragen zijn. De meerkeuzevragen worden automatisch gescoord, de open vragen worden gescoord door getrainde codeurs.

Naast de cognitieve PISA-test worden ook de leerlingen- en schoolvragenlijst digitaal afgenomen. De oudervragenlijst wordt op papier ingevuld.