Wat meet PISA?

In elke cyclus meet PISA leesvaardigheid, wiskundige geletterdheid en wetenschappelijke geletterdheid van 15-jarigen aan de hand van een digitale test.

Per cyclus ligt de focus op één domein, het hoofddomein, en worden de andere domeinen in mindere mate bevraagd. Sinds PISA2003 wordt naast deze drie cognitieve kerndomeinen ook een bijkomend innovatief domein getest. De tabel hieronder geeft het hoofddomein en het bijkomend domein (tussen haakjes) van elke cyclus weer.

Jaar / PISA-cyclus Geteste hoofddomein (en innovatief domein)
2000 Leesvaardigheid
2003 Wiskundige geletterdheid (probleemoplossen)
2006 Wetenschappelijke geletterdheid
2009 Leesvaardigheid (digitaal lezen)
2012 Wiskundige geletterdheid (digitale geletterdheid en financiële geletterdheid)
2015 Wetenschappelijke geletterdheid (samenwerkend probleemoplossen en financiële geletterdheid)
2018 Leesvaardigheid (global competence en financiële geletterdheid - Vlaanderen tekende niet in voor deze optie)
2022 Wiskundige geletterdheid (creatief denken en financiële geletterdheid)
2025 Wetenschappelijke geletterdheid (leren in de digitale wereld en Engels als vreemde taal)

Er wordt heel bewust voor de termen ‘vaardigheid’ en ‘geletterdheid’ gekozen om te benadrukken dat het gaat om functionele vaardigheden en kennis die mensen ertoe in staat stellen om actief te functioneren in de maatschappij. De cognitieve bevraging van PISA overschrijdt het loutere kennisniveau: het onderzoekt de mate waarin leerlingen hetgeen ze leerden kunnen toepassen in realiteitsgebonden contexten. Of, anders geformuleerd, het test de mate waarin leerlingen voorbereid zijn op het leven als volwassene.

Naast het toetsen van competenties met betrekking tot de drie vermelde domeinen, maken ook vragenlijsten deel uit van het PISA-onderzoek.

  • Alle leerlingen vullen een digitale achtergrondvragenlijst in over zichzelf, hun leergewoontes en attitudes en hun school.
  • Ook de directies van de deelnemende scholen vullen een digitale achtergrondvragenlijst in over hun school.
  • Ten slotte werden de ouders van de geteste leerlingen bevraagd. Dit gebeurt op papier.

De informatie uit de vragenlijsten wordt gebruikt om verschillen in prestaties te helpen verklaren.